Luisteren/Lezen STEX 1 en 2

Inhoud
0. Inleiding
1. Examenvoorbereiding: vragen beantwoorden
– Veel gemaakte fouten
– Herkenning van de structuur
– Tips
2. Vergroten van je lees/luister/kijkplezier: zelf vragen stellen
– Gebeurtenisstructuur
– Probleemstructuur
– Maatregelstructuur
– Onderzoekstructuur
– Tips

 

Inleiding

Elke taalvaardigheid (language skill) kun je verbeteren:
Spreken, Luisteren, Schrijven en Lezen.

Daarbij helpen strategieën. Welke je kiest is afhankelijk van je doel:
1. Examenvoorbereiding
Je wilt slagen voor je examen, dus je oefent van tevoren met het lesboek of met proefexamens.
Bij al die teksten worden vragen gesteld.
Om die (op tijd) te kunnen beantwoorden heb je examentechnieken of examenstrategieën nodig.

2. Vergroten van je vocabulaire, taalniveau, lees-, luister- en kijkplezier.
Je wilt thuis naast de verplichte lesboeken ook voor je plezier lezen en luisteren:
makkelijke leesboekjes, interessante artikelen, je eigen muziek, radio- en tv-programma’s.
Daarover worden geen vragen gesteld. Dit moet je zelf doen.
Dan helpen mini-bouwplannen met standaardvragen.
Doordat je jezelf deze vragen gaat stellen,
weet je na afloop precies waar het over gaat.

Ideaal is natuurlijk dat je alle strategieën oefent, als je examen wilt doen.

Doel 1 : Examenvoorbereiding: vragen beantwoorden

Cursisten maken vaak dezelfde grote fouten.

Fout 1: Direct de tekst gaan lezen/beluisteren
Bij examenteksten moet je altijd gericht lezen/luisteren vanuit de vragen.
Onderstreep altijd de kernwoorden in de vraag (kernwoorden = belangrijkste woorden).
Doe dat ook bij alle meerkeuze antwoorden.
Zorg dat je het verschil tussen de 3 meerkeuze antwoorden begrijpt,
nog voordat je ook maar iets uit de tekst gaat lezen of beluisteren!
Altijd is er 1 antwoord compleet fout. De andere 2 lijken op elkaar.
Het gaat vaak om kleine woordjes.
Zorg dat je de signaalwoorden herkent.
(Als je nog schrijfexamen moet doen, is hier een kleine aanpassing: signaalwoorden gebruiken )

Fout 2: Alles intensief gaan lezen of beluisteren.
Van de eerste zin tot aan de laatste zin.
Het is niet productief om alles te gaan lezen. Je verliest hierdoor onnodig veel tijd.
Pas steeds de juiste strategie toe. Zie: filmpje hierboven of links beneden.

Fout 3 : Niet weten waar je het antwoord moet zoeken
De meeste examenteksten/audio zijn helder van structuur,
waardoor je vrij gemakkelijk lees-en luisterstrategieën kunt toepassen.

Herkenning van de structuur:

A. Cursieve intro
Bovenaan de tekst van het (proef)examen staat altijd een cursief gedrukte introductie.
Daarin staat het doel van de tekst/het interview.
Daar lezen veel cursisten overheen.
En dan begrijpen ze niet goed voor wie de tekst bedoeld is en waarom die geschreven is.
Onderstreep het doel en de doelgroep (voor wie dit artikel bestemd is)

B. Vette paragraaftitels
Vaak krijgen paragrafen een vet gedrukte titel. Dat helpt bij het zoeken van de kernwoorden.
Bepaal dus eerst in welke paragraaf je het beste kunt zoeken.
Schrijf in de kantlijn het nummer van de vraag en onderstreep de tekst waarin volgens jou het antwoord staat

C. Volgorde vragen
De vragen komen na elkaar en niet door elkaar. Dus eerst over alinea 1, dan over alinea 2 enz.

Tips
Leesstrategieën met oefeningen
Leesstrategieën – Taalwinkel
Leesstrategieën – WikiWijs
Leesstrategieën met oefeningen – Cambiumned
Luisterstrategieën – WikiWijs
Uitleg en luisteroefeningen –  (vmbo)

Doel 2 : Vergroten van je lees/luister/kijkplezier: zelf vragen stellen
Wanneer je zelf iets gaat lezen, beluisteren of bekijken kun je deze v-strategie toepassen:
voorspellen: verzin wat er gaat gebeuren, loop vooruit op het verhaal
visualiseren: zie alles als een film voor je, maak het levendig
verbinden:  maak alles persoonlijk, hoe gaat dat in jouw eigen leven?
vragen stellen: maak vraagzinnen die beginnen met wie, wat, waar, waarom, hoe?
verduidelijken: wat is de kern van het verhaal, los van alle details?
vinden/beoordelen: wat vind je van het verhaal, van de figuren uit het verhaal?

Wat blijkt nu? Het onderdeel vragen stellen is niet altijd zo makkelijk.
Veel cursisten ervaren dit als moeilijk.
Dan kunnen mini-bouwplannen helpen.
Gaat het om een gebeurtenis? (Dit is heel algemeen!)
Of zie je meteen dat het om een probleem gaat?
Of gaat het eerder om een maatregel die genomen moet worden?
Of om een onderzoek dat gedaan is?
Bij elk type horen standaardvragen.

Hier is de uitwerking van de gebeurtenisstructuur
Een gebeurtenis is natuurlijk heel algemeen.
Je kunt daarin een probleem herkennen. Of een maatregel.
Zoals in onderstaande voorbeelden.
Dan kun je overstappen op de andere mini-bouwplannen.
Toch is dit schema belangrijk.
Bijvoorbeeld als je een samenvatting wilt maken,
als je eerst vooraf een situatie wilt beschrijven,
waarin sprake is van een probleem, een maatregel enz.

Hier is uitwerking van de probleemstructuur (= volgens het minibouwplan Probleem)
Kun je nu opnieuw naar het eerste voorbeeld van de kapotte printer (gebeurtenis) kijken
en dan deze probleemstructuur toepassen? Check hier.

Hier is uitwerking van de maatregelstructuur.
Kun je nu opnieuw naar het voorbeeld van de kapotte printer (gebeurtenis) kijken
en dan deze maatregelstructuur toepassen?
Je zult zien dat je hierbij veel meer fantasie nodig hebt. Check hier.


Hier is uitwerking van de onderzoekstructuur.

Tips
Tips voor Luisteren – Luisteren op B2
Tips voor Luisteren – Dik Verhaar

Comments are closed.