= preposities
Losse voorzetsels:
Ik sta naast de stoel. Ik sta achter de stoel. Ik sta voor de stoel. Ik sta op de stoel.
Vaste voorzetsels bij werkwoorden:
Houden van iemand. Verliefd zijn op iemand. Getrouwd zijn met iemand.
Vaste voorzetsels bij uitdrukkingen:
Aan de beurt zijn. Op deze manier. In je eigen tempo.
Uitleg Voorzetsels:
Uitleg – Valley Trail
Filmpje
Lijst met losse en vaste voorzetsels – Dik Verhaar
Lijst met vaste voorzetsels – WikiWoordenboek
Lijst met vaste voorzetsels – In Zicht
Voorzetsels aanwijzen (A2)
oefening 1 – Juf Melis (A2)
oefening 2 – Juf Melis (A2)
oefening 3 – Juf Melis (A2)
oefening 4 – Verberk (A2)
oefening 5 – Verberk (A2)
oefening 6 – Verberk (A2)
Voorzetsels invullen
oefening 1 – NT2 Taalmenu (A1-A2)
oefening 2 – Taalblad (A2-B1)
oefening 3 – Taalblad (A2-B1)
oefening 4 – Taalblad (A2-B1)
oefening 5 – Taalblad (A2-B1)
oefening 6 – Taalblad (A2-B1)
oefening 7 – Corthouts (A2-B1)
oefening 8– Brugge (A2-B1) – met hints!
Oefening 9 – Coutinho (B1)
Oefening 10 – Ver-Taal (A1)
naar/aan/tegen/op – Hendriks (A2-B1) – met hints!
langs/naast/bij – Hendriks (A2-B1) – met hints!
PAS OP: wel of geen voorzetsel?
Goed: Ik kijk tv. (= I watch tv).
Fout: Ik kijk naar de tv. (= I’m looking at the tv)
Goed: Ik kijk naar een programma op tv.
QUIZLET
Quizlet kan je op 2 manieren gebruiken:
online op de website Quizlet en offline met de app Quizlet.
Registreer je eerst. Dit is gratis.
Tip 1: Klik op Quizlet: Deze studieset bekijken om de oefening goed te zien.
Tip 2: Klik op de tekst of op het geluidsicoontje om alles nogmaals te horen.
Tip 3: Kies na Flashcards ook een andere leermethode: write, spell
Voorzetels/preposities van plaats (A2)
Vaste preposities 1 (B1)
Vaste preposities 2 (B1)
Vaste preposities 3 (B1)
Vaste preposities 4 (B1)
Vaste preposities 5 (B1)
Probeer nu ook eens vraagzinnen te maken met preposities.
Vaste preposities 1 (B1) VRAAGVORM
Vaste preposities 2 (B1) VRAAGVORM
Vaste preposities 3 (B1) VRAAGVORM
Vaste preposities 4 (B1) VRAAGVORM
Vaste preposities 5 (B1) VRAAGVORM
Oefenbladen voorzetsels
Oefenen voorzetsels van plaats – Dik Verhaar (A1-A2)
Oefenen voorzetels van tijd – Dik Verhaar (A1-A2)
Zij springt over de doos (heen).
Zij rent om de doos (heen).
Zij kruipt in de doos. Zij kruipt de doos in.
Zij kruipt uit de doos . Zij kruipt de doos uit.
Zij staat voor de doos.
Zij zit in de doos.
Zij springt van de doos af.
Zij staat naast de doos.
Zij staat op de doos.
Zij zit achter de doos.
Zij zit binnen in de doos.
Zij staat onder de doos.
Zij zit tussen de dozen (in).
Zij kruipt door de doos (heen)
You must be logged in to post a comment.