Taalhandelingen (= speech acts)
Inhoud
0. Inleiding
1. Overzicht taalhandelingen
2. Korte spreekopdrachten
– mix
– iemand iets beleefd verzoeken
– iemand een voorstel doen
– je voorkeur uitspreken
3. Lange spreekopdrachten
– instructies aan iemand geven (opsomming)
– iets beschrijven (opsomming)
– iemand waarschuwen
Inleiding
Op het examen moet je snel kunnen antwoorden.
Dat vraagt om veel training.
Het helpt als je snel de taalhandeling herkent.
Moet je je mening geven en argumenten daarbij noemen? (overtuigen)
Moet je iemand uitleggen hoe iets werkt? (instructie geven)
Of moet je iemand vertellen dat iets gevaarlijk is? (waarschuwen).
Bij deze taalhandelingen horen vaste uitdrukkingen.
Wat zeg je als je iemand wilt overtuigen? Of instructies geeft? Of waarschuwt?
Leer de uitdrukkingen uit je hoofd.
Selecteer wat je goed kunt onthouden.
Je hoeft niet alles te onthouden!
Overzicht taalhandelingen
Handige voorbeelden – Supersnel (modale werkwoorden)
QUIZLET
Tip 1: Klik op Quizlet: view this study set om de oefening goed te zien.
Tip 2: Klik op de tekst om die nogmaals te horen.
Tip 3: Klik rechtsonder om de kaart om te draaien.
1. Korte spreekopdrachten
Mix
Iemand iets beleefd verzoeken
Iemand een voorstel doen
Je voorkeur uitspreken
2. Lange spreekopdrachten
Instructies aan iemand geven
Iets beschrijven
Iemand waarschuwen
You must be logged in to post a comment.