Inhoud
0. Inleiding
1. Filmpjes Tijden werkwoorden
2. Quizlet Tijden werkwoorden
0. Inleiding
De 3 belangrijkste tijden van een werkwoord zijn: presens – imperfectum – perfectum
= tegenwoordige tijd – verleden tijd – voltooide tijd
We kunnen werkwoorden in 3 groepen verdelen:
zwakke werkwoorden : ik wandel – ik wandelde – ik heb gewandeld
sterke werkwoorden : ik loop – ik liep – ik heb gelopen
onregelmatige werkwoorden : ik bak – ik bakte – ik heb gebakken
In lesboeken worden sterke werkwoorden soms onregelmatige werkwoorden genoemd.
Dit klopt niet. Sterke werkwoorden zijn juist regelmatig.
Je ziet steeds dezelfde patronen terugkomen, zoals ij – e – e
Ik rij – ik reed – ik heb gereden
Ik blijf – ik bleef – ik ben gebleven
Ik lijd – ik leed – ik heb geleden
Onregelmatige werkwoorden zien er anders uit.
Ze zijn half zwak en half sterk:
Ik bak – ik bakte (zwak) – ik heb gebakken (sterk)
1. Filmpjes Tijden werkwoorden
2. Quizlet Tijden werkwoorden
Instructie gebruik Quizlet
Quizlet kan je op 2 manieren gebruiken:
online op de website Quizlet en offline met de app Quizlet.
Registreer je eerst. Dit is gratis.
Tip 1: Klik op Quizlet: Deze studieset bekijken om de oefening goed te zien.
Tip 2: Klik op de tekst of op het geluidsicoontje om alles nogmaals te horen.
Tip 3: Kies na Flashcards ook een andere leermethode: write, spell
Zwakke werkwoorden 1 (wandel – wandelde – heb gewandeld)
Zwakke werkwoorden 1 Zinnen
Zwakke werkwoorden 2 (wandel – wandelde – heb gewandeld)
Zwakke werkwoorden 2 Zinnen
Sterke werkwoorden 1 (loop – liep – heb gelopen)
Sterke werkwoorden 1 zinnen
Sterke werkwoorden 2 (loop – liep – heb gelopen)
Sterke werkwoorden 2 zinnen
Sterke werkwoorden 3 (loop – liep – heb gelopen)
Sterke werkwoorden 3 zinnen
Sterke werkwoorden 4 (loop – liep – heb gelopen)
Sterke werkwoorden 4 zinnen
Sterke werkwoorden 5 (loop – liep – heb gelopen)
Sterke werkwoorden 5 zinnen
Sterke werkwoorden 6 (loop – liep – heb gelopen)
Sterke werkwoorden 6 zinnen